Dit is de uitleg over het toetsenbord. De in vet geschreven woorden zijn de namen van de toetsen zoals deze op het toetsenbord voorkomen. In Nederland gebruiken wij in de meeste gevallen het QWERTY toetsenbord. De naam is afgeleid van de eerste 6 letters van de eerste rij letters op ons toetsenbord. Kies voordat je begint aan een tekst eerst het lettertype en de lettergrootte. Dit vind je boven in de werkbalk. Door op het zwarte pijltje naast het lettertype te drukken kun je het lettertype wijzigen, vervolgens druk je op het zwarte pijltje naast het getal en kun je de hoogte van je letter instellen. Door op de knop Enter te drukken spring je naar een volgende regel of allinea. Door op de spatiebalk te drukken krijg je een blanco ruimte tussen je woorden of cijfers en letters. Met de Backspace kun je de letters die je hebt getypt weer weg halen die voor de cursor staan. De Delete toets doet hetzelfde maar haalt datgene weg dat achter de cursor staat. CAPS LOCK; als je deze indrukt kun je hele woorden of zinnen met hoofdletters schrijven. Pas wel op dat je deze ook weer uitschakeld omdat je anders fouten krijgt als je een woord maar met 1 hoofdletter, zoals gebruikelijk, wilt schrijven. De shifttoets samen met een letter gebruiken wij voor de eerste hoofdletter van een zin of de naam van een persoon danwel een Woonplaats. De shifttoets kan ook gebruikt worden om meerdere onderwerpen te selecteren bijvoorbeeld voor het verwijderen van meerdere mails enz. De shifttoets wordt verder gebruikt om de tekens boven de cijfers weer te kunnen geven. Denk aan het @ boven de 2. Of het uitroepteken boven de 1. !@#$%^&*()_+ Voor al deze tekens gebruik je de Shifttoets. Ook de dubbele punt:, de aanhalingstekens en voor het maken van accenttekens op de letters is de Shifttoets belangrijk. Zoals bij de ë, ä, ö, ü, ï. Om deze tekens op de letters te krijgen druk je de shifttoets samen met de aanhalingstekens in en daarna de letter die je wilt gebruiken. De Alt gr of de Alt- Het apostrofteken vind links je naast de entertoets, als je die toets indrukt en daarna de letter a bijv. dan krijg je á of é, Accent grave = à, dit teken kun je maken door eerst het teken links naast de 1 in te drukken en daarna de a of de e. De Fn toets vind je in de onderste rij toetsen. De Fn toets gebruik je in combinatie met de toetsen waar de blauwe tekens opstaan. Hiermee kun je bijv. het geluid en de webcam uitschakelen, de helderheid van je scherm bijstellen enz. Met de pijltjestoetsen kun je naar boven, beneden, links en rechts door je tekst gaan. Dit is handig als je ergens een typefout ziet staan, dan hoef je niet alles weg te halen maar kun je die ene letter of dat ene woord corrigeren. De Tab toets gebruik je om een stukje over te slaan en dan weer verder te werken. Met de toetsen Home, PgUp, End en PgDn kun je grote sprongen maken in je tekstdocumenten en is vooral handig als je veel tekst hebt met meerder pagina's. |